opc_loader

De vermagerende oudere kat deel 2: nierfalen

De seniorenkat zie je nogal eens vermageren. Zoals eerder gemeld kan het zijn dat de voeropname (vooral van brokjes) minder wordt door een slecht gebit of doordat de vertering van het voer minder goed wordt. Een veel vaker voorkomende oorzaak voor een slechte voeropname is chronisch nierfalen. Naast de overactieve schildklier is dit een veel gediagnosticeerd probleem bij vermagerende oudere katten.

Terugloop van de nierfunctie

Jonge dieren hebben een ruime overcapaciteit aan nierfunctie. Door de jaren heen wordt door allerlei oorzaken steeds iets van deze nierfunctie ingeleverd. De nieren verkleinen, de structuur verandert en ze verbindweefselen geleidelijk: er ontstaan zogenaamde schrompelnieren. Problemen met slecht eten ontstaan meestal op het moment dat 75-80% van de originele nierfunctie verdwenen is. Met de overgebleven 20-25% van de niercapaciteit is nog goed te leven, maar deze zal wel gekoesterd moeten worden! Optimale voeding is hiervoor essentieel.

1. Normale nier van de kat

2. Verkleinende nier

3. Schrompelnier

De verouderende kat

De gemiddelde leeftijd die een kat in de natuur bereikt is 4 jaar, Onze eigen kat als huisdier willen wij uiteraard veel langer bij ons hebben. Als het kan tot voorbij hun 20ste jaar!

De belangrijkste factor die wij kunnen gebruiken om nierfalen uit te stellen is de voeding. Tijdig overstappen op een seniorenvoeding voor de kat heeft een aangetoond vertragend effect op het ontstaan van chronisch nierfalen. In het algemeen is het aan te raden katten vanaf 7-8 jaar leeftijd op een seniorenvoeding over te laten stappen. Goed uitgebalanceerde seniorenvoedingen van de beter merken zijn calorierijker, vitaminerijker en met supplementen die nieren en ook bijvoorbeeld gewrichten helpen ondersteunen. Daarnaast zijn de voor nieren belastende stoffen als fosfor, natriumzout en overdadige eiwitten beperkt. Seniorenvoedingen vormen in samenstelling een tussenstap tussen de voeding voor de volwassen kat en nierdieet.

Nierfalen

In het stadium dat de nierfunctie in het gedrang komt, is er sprake is van nierfalen. Je ziet de katten vaak misselijk zijn (ze hoeven niet altijd te spugen!) en slecht eten, daardoor vermageren, vaak veel drinken en ondanks het vele drinken toch uitgedroogd raken. Veel mensen neigen vervolgens meer vlees, tartaar, hart etcetera voor te schotelen, omdat de kat dit vaak nog wel lekker vindt. Helaas is dit net wat de nierproblemen in een stroomversnelling brengt. Vlees is eiwit-en fosforrijk: deze stoffen betekenen juist een extra zware belasting vor de nieren en daardoor gaat de nierfunctie nog sneller achteruit. Met de gewenning aan vlees wordt het vaak onmogelijk nog aan nierdieten te wennen.

In de fase dat de kat niet meer eet is behandeling door de dierenarts noodzakelijk. De diagnose zal ook altijd door een dierenarts gesteld  moeten worden. Bloed-en urineonderzoek kunnen aantonen in welk stadium van nierfalen de kat beland is en of er naast de voeding nog aanvullende middelen of medicatie zinvol is Vaak zal de kat in dit stadium ook infusen krijgen om versneld afvalstoffen kwijt te raken.

Eenmaal weer op de rails is een nierdieet onontbeerlijk: aangetoond is dat de katten die overgeschakeld worden op nierdieet gemiddeld 1.5 jaar langer leven dan katten waarbij dit niet gebeurt.Nierdieet blijft de belangrijkste factor in het slagen van de behandeling.